zondag 4 september 2011

Enkele gedachtes over ICT in het MBO.

De computer in het onderwijs is een blijvertje (laptop, ICT, digitaal lesmateriaal), waarmee ik bedoel dat de invloed de komende tijd nog veel verder zal toenemen.
Vaak zie je binnen het onderwijs golfbewegingen, zoals nu met de aandacht voor taal en rekenen en centrale toetsing.
De laptop hoort niet bij deze golfbewegingen. ICT in het onderwijs gaat nog veel meer toenemen.

De tuin, het groen, de natuur zijn ook blijvertjes. Het is niet zo dat we straks aan virtuele natuur genoeg zullen hebben.
De coach en de leraar blijven ook belangrijk. Dat zijn ook blijvertjes.

Het verlangen om terug te keren naar de goede lesboeken wordt ingegeven door het ontbreken van goede digitale leermiddelen. Of het niet kunnen vinden van dat materiaal.

Jef Staes van de EOIAcademy in Antwerpen (www.eoiacademy.com) schat dat de hoeveelheid informatie elk jaar verdubbelt (“en 90% daarvan is gratis”). Ik denk dat hetzelfde geldt voor digitale leermiddelen. Daar merken we nog niet heel veel van, omdat we nog in het vlakke eerste gedeelte van de curve zitten. Ik denk echter dat we al heel dicht tegen de "knie" van de curve aan zitten.

Binnen niet al te lange tijd zitten onze leerlingen een deel van de leertijd in een soort van games waar ze dijken aan het bouwen zijn, terwijl het water hun digitaal tot aan de lippen staat.
Ook worden er digitale tuinen aangelegd en virtuele bomen omgezaagd. Overigens: virtueel oefenen wordt vaak afgewisseld met het werk in de reële groene ruimte.
Daarbij zullen de leerlingen vaak meedoen aan wedstrijden met deelnemers uit binnen- en buitenland, deels digitaal, deels in het echt.
Als ze met dit soort games bezig zijn, dan is Engels leren opeens geen enkel probleem meer.

Deze games en het nieuwe digitale lesmateriaal zijn ook interessant voor mensen buiten het onderwijs, werkzaam in de groene ruimte, maar ook daar buiten. Scholieren gaan er op eigen initiatief mee aan de slag en raken op die manier geïnteresseerd in het vakgebied.

Het meedoen aan games wordt binnen de school begeleid door de coach: reflectie is belangrijk: wat voor beslissingen heb je in de game genomen, wat werkte wel, wat werkte niet?
De leraar en de coach blijven noodzakelijk om de deelnemer de weg te laten vinden in een toenemend complexe wereld.

Het is nu peperduur om goede games te ontwikkelen, maar de kosten zullen grofweg elk jaar halveren. Bovendien gaat het op internationaal niveau gebeuren. De hele wereld betaalt er aan mee. Verder denk ik dat veel bedrijven hier ook graag aan mee betalen. (Bijv. Stihl wil graag zorgen voor goed lesmateriaal, zodat er op een goede manier met hun machines gewerkt wordt, maar ze willen ook graag bekend zijn bij de groene werknemers van de toekomst). Overigens kunnen games ook heel simpel zijn. Soms kan er heel goed geleerd worden aan de hand van een eenvoudige quiz.

In december 2010 nodigde een school in Litouwen ons als AOC-Oost uit om bij hun lessen te volgen op de virtuele tree harvester. Zij hebben daar een apparaat staan die lang niet altijd volgeboekt is. Jammer dat het er nog niet van gekomen is om er met onze bosbouwdeelnemers naar toe te gaan.

We hebben het in het groene onderwijs jaren lang moeten stellen zonder goed lesmateriaal, Hier is een deel van de leerlingen op afgeknapt. De docenten willen wel, maar moeten zich zien te redden met uiterst middelmatige leermiddelen. Hier gaat in een snel tempo verandering in komen.

Er dient ook in de toekomst aandacht te zijn voor het lezen of bestuderen van een goed studieboek. Niet altijd en alleen maar digitaal materiaal. Het zou prima een onderdeel van een game kunnen zijn: “bestudeer met 4 personen dit boek, verdeel de hoofdstukken en zorg dat je als team goed voorbereid bent voor het beantwoorden van een aantal vragen over dit boek”.
Het is van het grootste belang dat de deelnemers (en wijzelf) manieren te vinden om ons voor een aantal uren per dag af te sluiten van de prikkels van internet en telefonie.
Niet coachuren af gaan schaffen, omdat er vaak toegegeven wordt aan genoemde prikkels, maar er voor 100% op inzetten om hier op een goede manier mee om te gaan.

Persoonlijk verwacht ik erg veel van Wikiwijs. Alleen jammer dat hier niet of moeizaam mee op Europees niveau gewerkt kan worden, maar daar kan ik mij in vergissen. Mogelijk moeten we het doen met de Wikiversity, zoals die nu al bestaat binnen Wikipedia.
Wat betreft ICT en digitaal lesmateriaal hebben we een interessante ervaring opgedaan met de leereenheden van het Ontwikkelcentrum. Prachtig materiaal, goed te gebruiken in het onderwijs. Jammer dat er nog zo weinig is gedaan met de koppeling oefensituaties, werkvormen, opdrachten en leerlijnen. Het lijkt of er slechts gedacht is aan 40% van de benodigdheden van de docent en dat die andere 60% gewoon vergeten is. Het kan niet de bedoeling zijn dat de docenten die 60% ieder voor zich op moeten gaan zitten lossen.
Het is goed mogelijk om die 60% in Wikiwijs te ontwikkelen, maar het is natuurlijk beter als hiervoor landelijk een opdracht aan het OC gegeven wordt.

Er komt, denk ik, op zeer korte termijn een (landelijk, Europees) systeem van experts op verschillende grotere en kleinere onderdelen van een vakgebied (bijvoorbeeld Eikenprocessierups, ziekte van Lyme, afkoppeling van hemelwater, snoei van rozen, productie van graszoden, om maar wat te noemen). Deze expert houdt een arrangement en een blog bij over dit onderwerp en gebruikt Twitter om te melden dat hij weer iets nieuws heeft gevonden op zijn vakgebied (“Vandaag kwam ik een geweldige film tegen over onderwerp x. Dit moet je zien”. Gevolgd door een link naar die film.) Ik weet zeker dat er veel docenten, deelnemers en mensen in het vakgebied zijn die zulke Tweets over een aantal onderwerpen willen volgen en ook tips doorgeven aan de betreffende expert(s). Discussie over de onderwerpen kan prima op Linkedin.

Exponentiële groei, we kunnen er maar moeilijk mee omgaan. Volgens Raymond Kurzweil (www.kurzweilai.net) verdubbelen zonne-energiesystemen elke twee jaar. Nog 8 verdubbelingen en de energiebehoefte is door zonne-energie gedekt. Bijna niemand houdt daar rekening mee.

Overigens gaan verdubbelingen niet vanzelf. Daar moet op verschillende manieren hard aan getrokken worden, bijvoorbeeld door subsidieregelingen en bepaalde personen die er plezier in hebben om ervoor te lobbyen.



Dick van der Neut
10 juni 2011

Natuurbeheerder van de toekomst

De natuurbeheerder van de toekomst is iemand met veel verstand van zaken. Waar zijn kennis en inzicht tekort schiet, weet hij waar hij zijn kennis en inzicht kan aanvullen, waar hij de feiten kan vinden. Maar ook hoe hij zich de ontbrekende kennis op een slimme manier eigen kan maken. En ook hoe hij anderen kan inschakelen om samen aan het probleem te werken of om samen het kennisniveau op te krikken.
Hij kan zijn woorden kracht bij zetten door op een snelle manier afbeeldingen, schema’s, animaties en films te laten zien op zijn mobiel of Ipad.

Kijk ook eens op de volgende website:
href="http://www.innovatienetwerk.org/nl/concepten/view/202/PanoramaNatuurjongerenvisieopdenatuurvandetoekomst.html">

zaterdag 19 december 2009

Sortimentstraining

Het is aardig om te vertellen dat er bij ons op school gewerkt gaat worden met een training om de kennis van flora en fauna bij de leerlingen sterk te verbeteren.

We kunnen dit gaan doen aan de hand van de volgende punten:

  • 3 maal per jaar een grote quiz.
  • Teams ingedeeld per gemeente (of groep van enkele gemeenten bij elkaar).
  • Trainingen van minimaal 1 upw.
  • Trainingen door de technische assistent en de experts, of door 3e en 4e klassers aan 1e en 2e klassers.
  • Trainingsuurtjes: presentaties van 5 minuten door leerlingen aan elkaar. Daarin behandelen ze 1 - 5 ‘’soorten’’; dit afgewisseld met trainingsquizjes en presentaties over vakliteratuur. Als het even kan werken met echte materialen en niet alleen foto’s, tekeningen en filmpjes.
  • Niet alleen wilde planten, maar ook paddestoelen, vogels en insecten. Moet wel relevant zijn voor de opleiding (dus inheems en invasieve soorten).
  • Niet alleen namen, maar ook bijzonderheden, zoals teeltmaatregelen, hoe bestrijden of bevorderen; welke combinaties van planten komen in de natuur voor of zijn wenselijk in de tuin.
  • Leerlingen werken hele opleiding aan sortimentsportfolio (digitaal of folio). Het is belangrijk om dit sortimentsportfolio “persoonlijk” maken, dus persoonlijke ‘belevenissen’ met het sortiment: “deze plant heb ik daar geplant, in combinatie met planten x en y, gekocht bij winkel z, ik heb daar dit advies bij geleverd gekregen”.
  • Kennis van Latijnse namen is belangrijk, maar kenmerken (Bloeiperiode, bestrijding, bevordering, etc.) zijn nog belangrijker.


Andere opmerkingen:

  • Docenten werken zelf ook met sortimentsportfolio om kennis op peil te houden.
  • Veel contact met bedrijven (expertise vragen, meedoen in de jury, of ook uitnodigen als team voor de quiz).
  • Teams kunnen “jokers” inzetten, dwz experts die woonachtig zijn in dezelfde gemeente. Het is de bedoeling dat dit een stimulerend effect heeft (de expert zegt zijn medewerking toe, maar moedigt zijn team aan om zelf ook de kennis bij te spijkeren.
  • Het is misschien te overwegen om vaktermen ook als ‘sortiment’ op te nemen (bijv. “vertical slot”, tonrond profiel, “geohydrologische isolatie”) of encyclopedische kennis, zoals ZOAB en centrifugaalpompen. Waarschijnlijk wel nodig om aan te geven dat 50 – 75% tot de planten moet behoren.
  • Het zou aardig zijn als leerlingen die goed presteren met quiz en sortimentsportfolio, vrijstelling kunnen krijgen voor de toetsen. Dus grote quiz op vrijdag 20 nov. Vrijstelling voor de sortimentstoets van 15 dec. (bijv).
  • Leerlingen maken films over bepaalde planten (en zetten deze eventueel op Youtube).
  • Prijs: eventueel gelden van Rabo-award hiervoor gebruiken. Anders hier sponsoring van andere bedrijven voor vragen.
  • Teams met relatief weinig derde- of vierdejaars kunnen eventueel “handicap-punten" krijgen.
  • Het zou mooi zijn als de teams in hun eigen gemeente aan het oefenen/trainen gaan.
  • Binnen het team taken verdelen, zo krijg je specialisten op het gebied van paddestoelen. Of composieten. Het is nadrukkelijk wel de bedoeling om hierin van elkaar te leren. Doordat iemand zo veel van vogels weet, raken de teamgenoten daar ook meer in geïnteresseerd. Er gaat in ieder geval wat van blijven hangen als er steeds quizvragen komen over bijvoorbeeld Jacobaea vulgaris.

woensdag 18 november 2009

leermiddelen top 10

Ik zou graag een site of een overzichtspagina willen maken van alle goede leermiddelen op het gebied van land- en watermanagement, bedoeld voor het beroepsonderwijs en voor professionals. Mijn ideaalbeeld is voorlopig een site zoals:

http://www.cinema.nl/
Hier staan rechtsonder elke week een top 10 met de meest aanbevolen films en DVD's. Ik ben benieuwd of zoiets ook voor mijn leermiddelen te realiseren is. Ik hoop dat vakgenoten hier regelmatig gaan kijken, om het dan met hun leerlingen te gebruiken. Verder hoop ik dat deze gebruikers me dan steeds nieuwe leermiddelen gaan tippen, die ik dan weer via de lijstjes verder kan verspreiden.

Ik pak wekelijks een thema, bijvoorbeeld water, beplantingen, rioleringen, verhardingen, etc., en geef dan mijn top 10 van meest aanbevolen leermiddelen, zowel binnen als buiten de ECC (de leermiddelenbank van het ontwikkelcentrum, zie http://www2.ontwikkelcentrum.nl/).

Ik begin met het thema water. Hierbij de eerste genomineerden voor de top 10 van 2009; als het goed is zijn deze sites voor iedereen ook buiten het beroepsonderwijs te bereiken:

De lijst staat nu nog in een vrij willekeurige volgorde. Wellicht komt hier binnenkort met jullie hulp een bijgewerkte leermiddelen top 10 te staan.

donderdag 5 november 2009

Meer quizjes voor de sortimentskennis

Er zijn nog wel meer quizjes op internet te vinden. Zo ben ik vorige week nog aan het quizzen geweest met:
http://www.quiz-it.nl/index.php
In het engels is ook mogelijk:
http://www.garden-birds.co.uk/quiz/quiz.htm Engelse quiz voor tuinvogels.

Overigens zouden de quizjes van zowel www.vogelvisie.nl als www.soortenbank.nl voor het onderwijs nog wat aangepast kunnen worden. Van vogelvisie ben ik erg gecharmeerd van de erelijst. Minpuntjes daarbij:
  • de lijst wordt nogal rommelig, omdat de deelnemers erg vrij gelaten worden in het kiezen van hun naam.
  • e quiz is blijkbaar te makkelijk, want er is een groot aantal mensen dat de maximale score haalt.
Verder zou ik graag zien dat er een mogelijkheid komt voor een serieuze competitie tussen leerlingen van verschillende scholen; met dus ook een serieuze erelijst.

Bij soortenbank.nl is de hoeveelheid planten en vogels naar mijn idee te groot. Het zou mooi zijn als er voor scholen de mogelijkheid bestaat om met een kleiner assortiment te werken. Ik denk daarbij aan bijvoorbeeld 200 vogels en 800 inheemse planten, bomen en struiken.

woensdag 4 november 2009

Wat kom je soms toch geweldige leermiddelen tegen op Internet. Ik ben razendenthousiast over http://www.vogelvisie.nl/. Met name de quiz met vogelgeluiden. Al heel lang wil ik mijzelf trainen in het herkennen van vogelgeluiden. Al verschillende cd's aangeschaft, maar toch kwam het er nooit van. Nu oefen ik elke dag een minuut of vijf met vogelvisie en ik ga werkelijk met sprongen vooruit.
Bij ons op school is sortimentskennis al jaren een crime. Maar met zulk mooi materiaal, dan wordt leren volgens mij pure pret.
Als je het een beetje goed doet, dan kom je al gauw op de landelijke erelijst te staan. Leuk om daar tussen je leerlingen te staan. Of daar een collega van AOC-Friesland tegen te komen...
Het kan trouwens nog veel beter. Wat te denken van http://www.soortenbank.nl/soorten.php?menuentry=quiz&soortengroep=vogels. Hier kan je niet alleen trainen met vogels en met vogelgeluiden, maar ook met wetenschappelijke namen. Ook paddestoelen, planten, bomen, vlinders en vissen.